MBEG vindt onvervangbaar
natuur Borrebos totaal onbelangrijk.
MBEG wil liever appartementen-flats in
bos bouwen !!!

9-9-2020
Roofvogelonderzoeker Hanneke Sevink uit
Baarn sprak 9 september 2020 in bij de
provinciale commissie Ruimte, Groen en Water
Inspraaktekst
Ik ben Hanneke Sevink, inwoner van Baarn, roofvogelonderzoeker en voorzitter van de Werkgroep Roofvogels Nederland en tevens lid van de klankbordgroep.
Ik voer ruim drie decennia broedbiologisch onderzoek uit naar roofvogels in Utrecht en Het Gooi, zo ook in de bossen rondom het paleis Soestdijk
Samen met een aantal anderen maak ik mij zorgen over de effecten van de ingrepen bij de plannen van de MBEG op de natuur; wij hebben u daarover geschreven en daar wil graag een toelichting op geven. Met name op de bouw van de flats op en naast het Marechausseeterrein.
We betreuren het dat er een overleg in een besloten groep (provincie, gemeente, MBEG) heeft plaatsgevonden om het tekort van 11 (later 13) miljoen euro op te lossen. De uitkomst van dit overleg is dat naar ons idee de natuur de grote verliezer is. In onze brief beschrijven wij dat het naar onze berekening niet nodig is 10 flats te bouwen. Erwin Wiltink (Erwin_Wiltink@hotmail.com) is altijd bereid over deze berekeningen verdere uitleg te verschaffen.
Het bouwen van een woonwijk buiten het Marechausseeterrein betekent vernietiging van bos, van leefgebied, van habitat en van een belangrijke ecologische verbinding.
In de NNN-toets, de Nee-tenzij-toets, komen deze effecten naar ons idee onvoldoende naar voren. Een aantal belangrijke punten hieruit:
Het gebied Alexanderkwartier wordt geschreven dat er zeer beperkte rust is. “In de huidige situatie worden deze bossen intensief gebruikt door recreanten, hoofdzakelijk wandelaars, loslopende honden en mountainbikers. Dit is onjuist. Het gebied direct grenzend aan het Marechausseeterrein in zelfs een hele stille hoek, waar alleen ruiters komen (en ikzelf). Mountainbikers komen er helemaal niet. De uitspraak is niet onderbouwd met onderzoeksgegevens/tellingen.
Het bouwen in een bosgebied betekent verstedelijking, betekent verlies van biodiversiteit. Wetenschappelijk onderzoek toont ondubbelzinnig aan dat biodiversiteit in stedelijk gebieden van veel lagere kwaliteit is dan die in de ongerepte natuur. Daarbij laat onderzoek ook zien dat de biodiversiteit in stedelijke gebieden wereldwijd steeds meer hetzelfde wordt: dus lagere kwaliteit en homogeen. Biodiversieit in natuurgebieden is vele malen rijker en verschilt van gebied tot gebied ook wanneer deze dicht bij elkaar liggen. We kunnen ons, mensheid dit verlies niet meer veroorloven. Het proces van biodiversiteitsverlies wordt voor een groot deel veroorzaakt door habitatvernietiging.
Het gaat in het Alexanderkwartier niet alleen om de oppervlakte van de 10 flats. Het gaat om een woonwijk waar geleefd wordt en waar buiten geleefd wordt. De mensen zullen zeker veel invloed hebben op het omliggende bos (ook tijdens de bouwfase). We missen deze effecten in de NNN-Toets. Speciaal willen wij wijzen op de invloed van huisdieren zoals katten en honden op de natuur [Kluijver, 1960, Loss et al 2018, Marra 2016, Pavisse 2019, Söderlund, 2019].

Verlies van nestgelegenheid van verschillende roofvogels o.a. Buizerd, Boomvalk en Sperwer. Ten onrechte staat er in de NNN-toets…”… wordt het verkrijgen van een ontheffing niet noodzakelijk geacht omdat de huidige nestplaatsen niet worden beschadigd of vernield (pag 41).” Dit is onjuist. Nestplaatsen van Boomvalk , Ransuil en Sperwer verdwijnen omdat het hele stuk bos wordt gekapt en er op die plek wordt gebouwd.
Verlies van habitat leefgebied. Voor deze roofvogels is dit deel van het Paardenbos en deccennia een belangrijk leefgebied. Ook voor de Wespendief (habitatrichtlijnsoort) is het een foerageergebied. Dit gaat verloren.
Verlies van een belangrijke ecologische verbinding. Zoals omschreven in het Uitvoeringsprogramma Noordelijk Heuvelrug, is het openhouden en versterken van de verbinding van de Laagte van Pijnenburg met o.a. het Eemland van groot belang. Daarin worden ook al de faunapassages onder de N221 voorgesteld. Het rapport schrijft: In Figuur 2 is te zien dat Paleis Soestdijk aan de rand van een groter geheel van het NNN ligt. Doordat er geen goede natuurverbinding is met de rivier de Eem heeft Paleis Soestdijk hier geen verbindende functie in het grotere geheel vanuit het NNN. Paleis Soestdijk heeft wèl degelijk een belangrijke functie, nee, natuurlijk niet naar de Eem! Ze heeft wel een belangrijke verbindende functie:
Noord <----> Zuid (bosgebieden – zoogdieren, amfibieën, reptielen e.d.)
Oost <------> West (tussen de Stulp en omgeving en Baarnse Bosch! (bosgebieden – zoogdieren, amfibieën, reptielen e.d.)
Normaal bouw je voor 5 miljoen een ecoduct,
nu vernietigen we een ecologische verbinding om
5 miljoen te verdienen
Het rapport van de NNN-toets schrijft: Zowel de hazelworm en ringslang komen nu voor in de beperkt aanwezige groenstroken van het Alexanderkwartier en verliezen hier een klein deel van het leefgebied. In de toekomstige situatie wordt de woonwijk wel deels voor deze soorten ingericht zodat het onderdeel uit kan maken van leefgebied of dat ze het gebied kunnen passeren. Dit is onjuist! In de nieuwe situatie (10 gebouwen met wegen er tussen) zullen de dieren veel doodgereden worden!
In de conclusie toetsing en ontheffing staat: Voor de voorgenomen ontwikkelingen binnen Paleis Soestdijk kunnen de volgende conclusies getrokken:
Een ontheffing noodzakelijk is voor sperwer, boomvalk, ransuil, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, das, ringslang en hazelworm;
Er geen andere bevredigende oplossingen zijn;
Er zijn natuurlijk in deze wel een andere bevredigende oplossingen, namelijk De herinrichting gaat niet door, of gaat in een andere vorm door!
Het rapport citeert Krijgsveld et al; 2008: Van vogels is bekend dat in gebieden waar verstoringsbronnen geen daadwerkelijke dreiging vormen en de verstoringsbronnen voorspelbaar zijn, vogels gewend raken aan de verstoringbron. Aangezien er meer recreanten komen, maar het type recreatie niet wijzigt, is het niet aannemelijk dat dit gaat leiden tot afname van leefgebied van vogels (Krijgsveld et al., 2008).”
Het is een aaname dat de verstoringsbronnen geen directe bedreiging zullen vormen. Het type recreatie wijzigt wel degelijk aangezien het zeer aannemelijk dat net als in andere natuurgebieden direct naast nieuw gebouwde wijken mensen meer en intensiever van het terrein gebruik zullen maken ook buiten de paden en ook op andere tijdstippen. Dezelfde studie (Krijgsveld 2008) zegt: “De mate waarin verstoringsbronnen leiden tot verstoring hangt af van intensiteit, duur en frequentie, en voorspelbaarheid van de verstoringsbron. Ook het type verstoringsbron heeft effect op de ernst van de verstoring. Ook zegt Krijgsveld: “Vogels zijn daarnaast kwetsbaarder, of gevoeliger voor verstoring wanneer ze broeden of trekken, wanneer het broed- of foerageerbiotoop beperkt beschikbaar is of wanneer het habitat waar ze voorkomen opener is. In deze gevallen heeft verstoring ernstiger consequenties voor de vogels, en is het belangrijker om verstoring te voorkómen middels ruimer aangehouden bufferzones of beperktere toegang voor recreatievormen.”
De plussen genoemd in de NNN-toets zijn o.a:.
Aanleg van minimaal drie broeihopen voor ringslang;
Hierbij de reactie van Ing. Ilco van Woersem, ecoloog, Baarn (17 jaar bij ARCADIS gewerkt.) Heeft voor van den Bijtel Ecologisch Onderzoek het paleisbos en de paleistuin en het Marechausseekazerneterrein geïnventariseerd.
De aanleg van broeihopen voor ringslangen is mooi, maar niet duurzaam. De broeihopen dienen tot in de lengte van jaren (decennia.) omgezet en aangevuld te worden. Ervaring leert (bijv. bij Staatsbosbeheer boswachterij Austerlitz – Groeneveld) dat de broeihopen niet jaarlijks opgewaardeerd worden en dus niet duurzaam zijn. Na een mooie start ligt het in de lijn der verwachting dat op termijn hier geen aandacht meer naar uitgaat en geen budget meer voor beschikbaar is. De opgebouwde ringslangpopulatie stort dan weer in.
Ophangen van vleermuiskasten voor boombewonende vleermuizen, 40 kleine kasten (zomer/paarverblijf) en 10 grote kraam/winterverblijfplaatsen);
Reactie van Ing. Ilco van Woersem:
Het ophangen van vleermuiskasten is totale onzin, want:
1. Totaal onnodig! Het bos (de beukenlanen) herbergt honderden bomen met reeds geschikte boomholtes voor rosse vleermuizen, watervleermuizen, grootoorvleermuizen, ruige dwergvleermuizen en franjestaarten. Het ophangen van vleermuiskasten is symptoombestrijding en water naar de zee dragen.
2. Totaal ongeschikt. Vleermuiskasten werken niet. Het ophangen van vleermuiskasten werkt niet. Alleen mannetjes ruige dwergvleermuizen bevolken vleermuiskasten. In 99% van de in Nederland opgehangen platte vleermuiskasten huizen geen vleermuizen, uitsluitend boomkruipers, pimpelmezen en eikenprocessierupsen. Zie vliegbasis Soesterberg: nul vleermuizen in de voor vele duizenden euro’s opgehangen vleermuiskasten van vele types. Zie ook: https://www.zoogdiervereniging.nl/vleermuiskasten-nog-niet-bewezen-effectief-voor-bescherming-bij-ruimtelijke-ontwikkeling.
Ophangen van 50 nestkasten voor holtebroeders (vogels).
Reactie van ecoloog Ilco van Woersem:
Het ophangen van nestkasten voor holenbroeders is niet nodig, want:
Totaal onnodig! Het bos (de beukenlanen) herbergt honderden bomen met reeds geschikte boomholtes voor mezen, boomklevers, holenduiven, roodstaarten, (spreeuwen). Het ophangen van nestkasten is symptoombestrijding en water naar de zee dragen.
Bovendien: ook hier geldt: die kasten moeten jaarlijks (of 2x per jaar) schoongemaakt worden en gerepareerd. Dat gebeurt bijna nergens. Op de vliegbasis Soesterberg zijn de meeste vleermuiskasten van de bomen gevallen; andere vleermuiskasten hangen open en geven uitsluitend plek aan rupsennesten van eikenprocessierupsen.
Idem dito met vogelnestkasten. Die moeten constant gecontroleerd, schoongemaakt en gerepareerd worden. Vele tegen de processierupsen opgehangen mezenkastjes zijn binnen een jaar al op de grond gevallen...
Het duurzame onderhoud vindt niet plaats, zelfs niet bij natuurbeherende organisaties.
Laat staan bij een commerciële partij.
Een andere plus zou bestaan uit het teruggeven van grond aan de natuur, zowel bij de Parade als bij het Marechausseeterrein. In beide gevallen is die grond nu al natuur en is het altijd natuur geweest. Volgens de letter van de wet klopt het dat het als een plus te boek komt te staan. In werkelijkheid is het een loos gebaar; in feite is het een soort van valsspelen door de regels toegestaan. Wij, als mensheid, kunnen ons dat eigelijk niet meer veroorloven nu de natuur en biodiversiteit zo onder druk staan. Bij deze teruggave van gebied aan de natuur geldt ook dat door de verdichting op de nabije grond, het bebouwen van zowel de parade als het marechausseeterrein de natuurwaarde van die natuur negatief wordt beïnvloed.
Kortom zeer weinig echte plussen in het hele plan en wel een grote negatieve invloed van op de gehele natuur en leefomgeving.
Wij zijn van mening dat zoveel woningbouw als drager van de financiën voor de reastauratie van het Paleis niet nodig is. Dit hebben we in onze brief uiteengezet.
Wij vragen de financiële kant door te lichten. Ook willen wij u vragen de NNN-toets kritisch te beoordelen.
Naar ons idee is het uitvoeren van de plannen van de MeyerBergman Erfgoed Groep niet mogelijk zonder significante (blijvende) negatieve effecten op de natuur, hetgeen niet past binnen de doelen van NNN.
Verwijzingen:
Uitvoeringsprogramma Noordelijk Heuvelrug
Kluijver H.N. 1960. Katten en vogels een brandend probleem. Het Vogeljaar 8: 37-40.
Krijgsveld, K.L., R.R. Smits en J. van der Winden, 2008. Verstoringsgevoeligheid van vogels: update literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie. Bureau Waardenburg, Culemborg.
Loss S.R., Will T., Longcore T. & Marra P.P. 2018. Responding to misinformation and criticisms regarding United States cat predation estimates. Biol. Invasions 30: 3385-3396.
Marra P.P. & Santella C. 2016. Cat wars: the devastating consequences of a cuddly killer. Princeton University Press, Princeton.
Pavisse R., Vangeluwe D. & Clergeau P. 2019. Domestic cat predation on garden birds: an analysis from European ringing programmes. Ardea 107: 103-109
Söderlund R. et al. 2019. Linked seasonal outbreak of Salmonella Typhimurium among passerine birds, domestic cats and humans, Sweden, 2009-2016. Euro Surveill. 2019:(34):pii=1900074.